DAGVAARDING / VOORKOMEN

Wanneer de officier van justitie uw strafzaak aan de rechter voorlegt, dan ontvangt u een dagvaarding en moet u voorkomen. In dat geval is het verstandig om direct een advocaat te raadplegen. De strafrechtadvocaten van Andeweg Van Doveren Advocatuur staan u hierin graag bij. Zij zijn specialist op het gebied van het strafrecht. Klik hier om uw zaak vrijblijvend aan te melden. 

Het kan zijn dat u moet voorkomen voor de officier van justitie tijdens een OM (hoor)zitting. Ook kunt u gedagvaard worden om te moeten voorkomen /  verschijnen voor de politierechter of meervoudige strafkamer. U ontvangt dan een dagvaarding. Meestal ontvangt u deze per post en niet via de deurwaarder. De deurwaarder zal niet vaak een in het strafrecht een dagvaarding betekenen. De dagvaarding is een schriftelijke oproeping dat u moet komen opdagen bij de rechtbank. Er zijn verschillende soorten rechters waarbij u kunt voorkomen. Bent u het niet eens met een uitspraak van de politierechter of het vonnis van de meervoudige strafkamer dan kunt u in hoger beroep bij het Gerechtshof. Als u het ook niet eens bent met de uitspraak van het gerechtshof dan kunt u nog in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden. Er zijn verschillende soorten rechterlijke colleges bij de rechtbank, waarvoor u gedagvaard kunt worden. Deze zijn de politierechter, de meervoudige strafkamer en de kinderrechter. Voor meer informatie over de verschillende soorten van voorkomen, klik op één van onderstaande onderwerpen voor meer informatie.

U moet voorkomen !

Direct een advocaat nodig? 

Klik op de afbeelding

Dagvaarding

De  van het  verdenkt u van een strafbaar feit. In de dagvaarding staat:

  • waarvan u wordt verdacht
  • wanneer en waar u bij de rechter moet komen

U bent dan als verdachte de gedaagde partij en de officier van justitie van het Openbaar Ministerie is dan de eisende partij. De rechter beslist of u schuldig bent aan het strafbare feit.

Wettelijke bepaling betekening dagvaarding strafrecht

De betekening van dagvaardingen en andere gerechtelijke mededelingen in het strafrecht is geregeld in de artikelen 585 – 590 Wetboek van Strafvordering Sv. Betekening van een dagvaarding wil zeggen het uitreiken van de dagvaarding (schriftelijke oproep) aan de verdachte. U moet komen opdagen bij de rechtbank of het gerechtshof. De relevante bepalingen over de betekening van de dagvaarding in het strafzaken aan de verdachte zijn hierna opgenomen. De wettelijke eisen aan de dagvaarding zijn in deze bepalingen opgenomen:

Artikel 585 Sv
lid 1. De kennisgeving van gerechtelijke mededelingen aan natuurlijke personen, als in dit wetboek en het Wetboek van Strafrecht voorzien, geschiedt door:
a. betekening;
b. toezending;
c. mondelinge mededeling.
lid 2. Betekening geschiedt door uitreiking van een gerechtelijk schrijven op de bij de wet voorziene wijze.
lid 3. Toezending geschiedt door middel van een gewone of aangetekende brief over de post dan wel op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde wijze.
lid 4. Een mondelinge mededeling wordt zo spoedig mogelijk in een proces-verbaal of anderszins schriftelijk vastgelegd.

Artikel 586 Sv
lid 1. De kennisgeving van gerechtelijke mededelingen behoeft alleen door betekening te geschieden in de gevallen bij de wet bepaald. Dagvaardingen en aanzeggingen die aan het openbaar ministerie of de procureur-generaal bij de Hoge Raad zijn opgedragen, worden steeds betekend, tenzij de wet anders bepaalt of toelaat.
lid 2. De kennisgeving van gerechtelijke mededelingen in andere gevallen geschiedt door toezending, tenzij de wet bepaalt of toelaat dat de kennisgeving mondeling wordt gedaan.

Artikel 587 Sv
lid 1. De uitreiking van het gerechtelijk schrijven als bedoeld in artikel 585, tweede lid, geschiedt door de post.
lid 2. De uitreiking kan in spoedeisende gevallen of, indien dit om enige andere reden wenselijk is, door het openbaar ministerie worden opgedragen aan een ambtenaar van politie, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, dan wel een andere ambtenaar of functionaris, voor zover die ambtenaar of functionaris door Onze Minister van Veiligheid en Justitie daartoe is aangewezen.

Artikel 588
lid 1. De uitreiking geschiedt:
a. aan hem wie in Nederland in verband met de strafzaak waarop de uit te reiken gerechtelijke mededeling betrekking heeft rechtens zijn vrijheid is ontnomen en aan hem wie in Nederland in andere bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen rechtens zijn vrijheid is ontnomen: in persoon;
b. aan alle anderen: in persoon of indien betekening in persoon niet is voorgeschreven en de mededeling in Nederland wordt aangeboden: 1°. aan het adres waar de geadresseerde als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, dan wel,
2°. indien de geadresseerde niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, aan de woon- of verblijfplaats van de geadresseerde, dan wel,
3°. indien de geadresseerde niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen noch een feitelijke woon- of verblijfplaats van hem bekend is, aan de griffier van de rechtbank van het arrondissement waar de zaak zal dienen of laatstelijk heeft gediend.
lid 2. De uitreiking aan de geadresseerde van wie de woon- of verblijfplaats in het buitenland bekend is, geschiedt door toezending van de mededeling door het openbaar ministerie, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie en, voor zover een verdrag van toepassing is, met inachtneming van dat verdrag. Dagvaardingen worden vertaald in de taal of een van de talen van het land waar de geadresseerde verblijft dan wel, voor zover aannemelijk is dat hij slechts een andere taal machtig is, in die taal. Met betrekking tot andere gerechtelijke mededelingen kan volstaan worden met een vertaling van de essentiële onderdelen daarvan. Indien de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie bericht dat de mededeling aan de geadresseerde is uitgereikt, geldt deze uitreiking als betekening in persoon, zonder dat hiervan nog uit een afzonderlijke akte behoeft te blijken.
lid 3. Indien in het geval bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 1° of 2°,
a. de geadresseerde niet wordt aangetroffen, geschiedt de uitreiking aan degene die zich op dat adres bevindt en die zich bereid verklaart het stuk onverwijld aan de geadresseerde te doen toekomen;
b. niemand wordt aangetroffen, geschiedt de uitreiking aan de geadresseerde of aan een door deze gemachtigde op de plaats die vermeld wordt in een schriftelijk bericht dat op het in de mededeling vermelde adres wordt achtergelaten. Uitreiking aan een door de geadresseerde schriftelijk gemachtigde geldt als betekening in persoon;
c. geen uitreiking heeft kunnen geschieden, wordt de mededeling teruggezonden aan de autoriteit van welke zij is uitgegaan. Indien blijkt dat de geadresseerde op de dag van aanbieding en tenminste vijf dagen nadien als ingezetene in de basisregistratie personen was ingeschreven op het in de mededeling vermelde adres, wordt de mededeling vervolgens uitgereikt aan de griffier van de rechtbank van het arrondissement waar de zaak zal dienen of laatstelijk heeft gediend. Het openbaar ministerie zendt alsdan een afschrift van de mededeling onverwijld toe aan dat adres, van welk feit aantekening wordt gedaan op de akte van uitreiking, bedoeld in artikel 589.4. In het belang van een goede uitvoering van dit artikel kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld.

Artikel 588a
lid 1. In de navolgende gevallen wordt een afschrift van de dagvaarding of oproeping van de verdachte om op de terechtzitting of nadere terechtzitting te verschijnen toegezonden aan het laatste door de verdachte opgegeven adres:
a. indien de verdachte bij zijn eerste verhoor in de desbetreffende strafzaak aan de verhorende ambtenaar een adres in Nederland heeft opgegeven waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden;
b. indien de verdachte bij het begin van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg een adres in Nederland heeft opgegeven waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden;
c. indien door of namens de verdachte bij het instellen van een gewoon rechtsmiddel in de betrokken zaak een adres in Nederland is opgegeven waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden.
lid 2. De verdachte kan in het adres, bedoeld in het eerste lid, wijziging brengen door een verklaring in persoon af te leggen bij het openbaar ministerie bij hetwelk de zaak in behandeling is.
lid 3. Verzending van een afschrift als bedoeld in het eerste lid kan achterwege worden gelaten indien:
a. het opgegeven adres gelijk is aan het adres waaraan de dagvaarding of oproeping ingevolge artikel 588 moet worden uitgereikt;
b. de verdachte, nadat hij bij een eerdere gelegenheid als bedoeld in het eerste lid een adres heeft opgegeven waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden, bij een volgende gelegenheid uitdrukkelijk te kennen geeft dit adres niet te willen handhaven;
c. de dagvaarding of oproeping inmiddels aan de verdachte in persoon dan wel aan een andere persoon als bedoeld in artikel 588, derde lid, onder b, is uitgereikt.
lid 4. Bij de verzending, bedoeld in het eerste lid, wordt de voor de dagvaarding of oproeping geldende termijn in acht genomen.
lid 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel.

Artikel 589
lid 1. Van iedere uitreiking als bedoeld in artikel 585, tweede lid, wordt een akte opgemaakt, waarin zijn vermeld:
1°. de autoriteit van welke het gerechtelijk schrijven uitgaat;
2°. het nummer van het schrijven;
3°. de persoon voor wie het schrijven bestemd is;
4°. de persoon aan wie het is uitgereikt;
5°. de plaats van uitreiking;
6°. de dag en het uur van uitreiking.
lid 2. Wordt met het gerechtelijk schrijven gehandeld overeenkomstig de eerste volzin van artikel 588, derde lid, aanhef en onderdeel c, dan vermeldt de akte de dag van aanbieding van het stuk aan het adres van degene voor wie het bestemd is.
lid 3. De akte wordt door hen die met de uitreiking zijn belast, ieder voor zover het zijn bevindingen en handelingen betreft, ter plaatse van die bevindingen en handelingen naar waarheid opgemaakt en terstond ondertekend.
lid 4. Het model van de akte wordt vastgesteld door Onze Minister van Veiligheid en Justitie. Deze kan nadere voorschriften geven in het belang van een goede uitvoering van dit artikel. Deze voorschriften worden in de Staatscourant bekend gemaakt.

Artikel 590
lid 1. De rechter kan, indien de uitreiking niet heeft plaats gehad overeenkomstig het bepaalde in artikel 588, eerste en derde lid, en 589, de betekening nietig verklaren.
lid 2. Indien de geadresseerde als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, doch ter terechtzitting blijkt dat hij feitelijk op een ander adres verblijft, kan de rechter de oproeping van de niet verschenen verdachte bevelen.
lid 3. Indien aan de verzendplicht ingevolge artikel 588a niet of niet tijdig is voldaan, beveelt de rechter de schorsing van het onderzoek ter terechtzitting tenzij:
a. zich een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting of nadere terechtzitting de verdachte tevoren bekend was, dan wel
b. zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de verdachte kennelijk geen prijs stelt op berechting in zijn tegenwoordigheid.

Wettelijke bepalingen termijn betekenen dagvaarding

Artikel 265 – Algemene termijn
lid 1. Tussen de dag waarop de dagvaarding aan de verdachte is betekend en die der terechtzitting moet een termijn van ten minste tien dagen verlopen. Ingeval door de rechter-commissaris overeenkomstig de Zevende Titel van het Vierde Boek bevelen tot handhaving van de openbare orde zijn gegeven moet een termijn van ten minste vier dagen verlopen.
lid 2. Geschiedt de betekening van de dagvaarding op de wijze als is voorzien in artikel 36d, derde lid, dan kan de verdachte in de akte van uitreiking een verklaring, houdende zijn toestemming tot verkorting van deze termijnen, doen opnemen; hij moet de verklaring tekenen; indien hij niet kan tekenen wordt de oorzaak van het beletsel in de akte vermeld.
lid 3. Bij gebreke van het een of ander schorst de rechtbank het onderzoek, tenzij de verdachte is verschenen. Is dit laatste het geval en verzoekt de verdachte in het belang van zijn verdediging uitstel, dan schorst de rechtbank het onderzoek voor bepaalde tijd, tenzij zij bij met redenen omklede beslissing van oordeel is dat de verdachte redelijkerwijs niet in zijn verdediging kan worden geschaad wanneer het onderzoek wordt voortgezet.

Artikel 370 – Termijn snelrecht
lid 1. De termijn van dagvaarding is ten minste drie dagen
lid 2. Ingeval de termijn van dagvaarding korter is dan acht dagen moet het bezwaarschrift, bedoeld in artikel 262, eerste lid, worden ingediend voor het tijdstip van de terechtzitting dat in de dagvaarding staat vermeld.

Artikel 413 – Termijn dagvaarding hoger beroep
lid 1. Tussen de dag waarop de dagvaarding aan de verdachte is betekend en die der terechtzitting moet een termijn van tenminste tien dagen verlopen. Artikel 265, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
lid 2. Aan de benadeelde partij die zich in eerste aanleg in het geding heeft gevoegd en aan het slachtoffer dat daarom verzoekt wordt door de advocaat-generaal mededeling gedaan van de plaats, de datum en het tijdstip van de terechtzitting

Inhoud dagvaarding

Een dagvaarding is niets anders dan een juridische brief die u ontvangt van de officier van justitie van het Openbaar Ministerie. waarin staat dat u op een bepaalde dag moet voorkomen / verschijnen bij het Openbaar Ministerie, de rechtbank of het gerechtshof. Het is dus niet zo dat een deurwaarder bij u langs komt een dagvaarding uit te reiken. Dat is alleen in het civiele recht. De dagvaarding moet voldoen aan bepaalde eisen. De dagvaarding moet de hierom de volgende gegevens bevatten:

Tijd en datum waarop u moet voorkomen.
De dagvaarding  geeft u altijd aan op welke dag en hoe laat u moet verschijnen / voorkomen bij de rechter of het Openbaar Ministerie. Zorg altijd dat u op tijd bent.

Soort rechter
De dagvaarding vermeldt ook voor welke soort rechter u moet voorkomen / verschijnen. Dit kan zijn de kantonrechter, de politierechter, de kinderrechter, de meervoudige strafkamer van de rechtbank of het gerechtshof.

Locatie
De dagvaarding vermeldt ook waar u moet voorkomen. Het adres staat in de dagvaarding. Dit betreft het adres van de rechtbank, gerechtshof of Openbaar Ministerie waar u moet voorkomen.

Hoe ziet een dagvaarding eruit?

Klik op de afbeelding om uw zaak aan te melden

Dagvaarding voorkomen

Tenlastelegging
De dagvaarding bevat voorts de tenlastelegging. Dit is de concrete omschrijving van het feit of de feiten waarvan u wordt verdacht. Dit volgt uit artikel 261 Sv. Hierna gaan wij nader in op de tenlastelegging. Artikel 261 Sv luidt als volgt:

Artikel 261 Sv
lid 1.
De dagvaarding behelst een opgave van het feit dat ten laste wordt gelegd, met vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse het begaan zou zijn; verder vermeldt zij de wettelijke voorschriften waarbij het feit is strafbaar gesteld.
lid 2. Zij behelst tevens de vermelding van de omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan.”

Als de dagvaarding niet voldoende duidelijk is kan dit leiden tot de nietigheid van de dagvaarding. De officier van justitie van het Openbaar Ministerie moet u dan opnieuw dagvaarden. Een afschrift van de betekende dagvaarding gaat naar de rechter, zodat de rechter bij het inleiden van de procedure kan controleren of de betekening op juiste wijze heeft plaatsgevonden.

Tenlastelegging

Vaak is het lastig om de tenlastelegging te lezen omdat dit veelal juridische taal is. Schroomt u niet om dan rechtsbijstand te vragen van de advocaat. Andeweg Van Doveren Advocatuur staan u dan graag bij.

Voorwaarden tenlastelegging
Aan de opgave van het feit worden op grond van artikel 261 Sv drie voorwaarden gesteld. Deze zijn:

  1. het geheel van de tenlastelegging in de dagvaarding moet duidelijk en begrijpelijk zijn,
  2. de tenlastelegging mag niet innerlijk tegenstrijdig zijn en
  3. de tenlastelegging moet voldoende feitelijk  zijn
1. Duidelijk en begrijpelijk

Op grond van artikel 261 lid 1 Sv bevat de inleidende dagvaarding een opgave van het feit dat ten laste wordt gelegd, Ook vermeld het de tijd en plaats waar het strafbare feit zou zijn. Lid 2 van artikel 261 bepaalt dat de inleidende dagvaarding ook moet vermelden de omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan. De wetgever heeft met deze bepaling nagestreefd dat de verdachte in staat moet zijn zich op basis van deze dagvaarding goed kan verdedigen. De omschrijving van het strafbare feit moet duidelijk (voldoende feitelijk) en begrijpelijk zijn. en mag niet innerlijk tegenstrijdig zijn. Het moet de verdachte dus echt heel duidelijk zijn voor welk strafbaar feit hij of zij wordt gedagvaard.

2. Niet innerlijk tegenstrijdig

Een dagvaarding is innerlijk tegenstrijdig als in de daarin vervatte tenlastelegging twee mogelijkheden naast elkaar worden gepresenteerd die zich logischerwijs niet met elkaar laten verenigen.

3. Voldoende feitelijk

De Hoge Raad heeft al in 1928 geoordeeld dat de dagvaarding zodanig feitelijk moet zijn aangeduid, dat de verdachte begrijpt wat hem wordt verweten. Als het duidelijk is voor de verdachte dan kan hij zich ook voorbereiden op zijn rechtszaak en de te voeren verdediging.

Als de dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen, dan gaat de rechter het bewijs behandelen en zal uiteindelijk een uitspraak doen of een vonnis wijzen. De rechter moet zich altijd aan de inhoud van de tenlastelegging houden als hij in de procedure van uw strafzaak het bewijs beoordeelt. De rechter mag niet de grondslag van de tenlastelegging verlaten.

Veel gestelde vragen over de dagvaarding

Wat moet ik doen als ik een dagvaarding heb ontvangen?

Als u een dagvaarding voor de strafrechter krijgt van de officier van justitie van het Openbaar Ministerie ontvangt is het noodzaak om direct contact op te nemen met een strafrechtadvocaat. De advocaten van Andeweg Van Doveren Advocatuur zijn erkende en gespecialiseerde strafrechtadvocaten / strafpleiters. Klik op aanmelden zaak om strafzaak aan te melden.

Kan ik uitstel voor de zitting aanvragen?

Het is mogelijk om als u uitstel wilt dit aan te vragen bij de rechtbank. U moet dit uitstel schriftelijk aanvragen bij de rechtbank. U moet wel een goede reden hebben voor het uitstelverzoek. De advocaten van Andeweg Van Doveren Advocatuur kunnen uitstel van de behandeling van de strafzaak voor u aanvragen.

Wat is de termijn voor dagvaarding met verdachte in buitenland woonachtig

De termijn voor het betekenen van een dagvaarding in het buitenland is afhankelijk van het land waar u woonachtig bent. Het EU rechtshulpverdrag bepaalt dat

“Iedere Verdragsluitende Partij kan bij de ondertekening van dit Verdrag of bij de nederlegging van haar akte van bekrachtiging of van toetreding door een verklaring gericht tot de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa verzoeken dat een dagvaarding bestemd voor een verdachte die zich op haar grondgebied bevindt, een bepaalde tijd vóór de datum welke voor de verschijning is vastgesteld, aan haar autoriteiten wordt toegezonden. Deze termijn wordt in de bedoelde verklaring aangegeven en mag de 50 dagen niet overschrijden.”

Bij het vaststellen van de datum van verschijning en bij de toezending van de dagvaarding dient met deze termijn rekening te worden gehouden.

Zo geldt dat Polen een verklaring heeft afgelegd dat de termijn voor dagvaarding 30 dagen is.